Twaalf wetenschappers [Extract]
Navigatie
Specifieke aandacht gaat uit naar volgende vakgebieden:
- Psychologie: Theoretische werken over emotionele intelligentie, zoals Daniel Goleman's werk, en tevens over emotieregulatie, zoals bijvoorbeeld de theorie van James Gross over emotieregulatieprocessen. Vervolgens nog werken van bijvoorbeeld Damasio, Bandura, zéker Rosenberg en tot slot – maar niet onbelangrijk – Kahneman.
- Moraalwetenschappen: Werken van Jonathan Haidt, met name over intuïtieve emoties en hoe emoties morele oordelen beïnvloeden.
- Onderwijspsychologie: Onderzoek naar conflicthantering in het onderwijs, zoals werk van Ross Greene ("Collaborative & Proactive Solutions") en ook theorieën rond sociale en emotionele leerstrategieën (SEL).
Volgende selectie[1] biedt waardevolle (lees:
passende) inzichten, waarbij vervolgens belangrijke passages gebruikt kunnen worden
om de theoretische onderbouwing te versterken van een nieuwe model (het Instinctief Kompas), of om deze
te stutten of temeer grondvesten.
Selectie
- Daniel Goleman, Emotional Intelligence (1995)
Literatuur:
Goleman introduceert het concept van emotionele intelligentie (EI), een set van vaardigheden die bepalen hoe goed een persoon emoties begrijpt, beheerst en ermee omgaat. en die van cruciaal belang is voor succes in sociale interacties. Goleman betoogt dat IQ slechts een klein deel van ons succes bepaalt, en dat EI net zo belangrijk, zo niet belangrijker is, vooral in sociale interacties. Hij beschrijft vijf domeinen van EI: zelfbewustzijn, zelfregulatie, motivatie, empathie en sociale vaardigheden, en legt uit hoe emotionele beheersing en empathie essentieel zijn voor sociale interacties en conflicthantering. Hij stelt: "Emotionele intelligentie is de vaardigheid om onze eigen en andermans emoties te begrijpen, te beheren en effectief te gebruiken." (Eigen vertaling, p. 43).
Belangrijke sectie:
Hoofdstuk 3 - When Smart Is Dumb (p. 34-47)
Citaat: "People with well-developed emotional skills are more likely to be content and effective in their lives, mastering the habits of mind that foster their own productivity; people who cannot marshal some control over their emotional life fight inner battles that sabotage their ability for focused work and clear thought." (p. 36)
Nuttig voor het onderzoek: Het belang van zelfregulatie en empathie in de klas. Goleman zegt: "Zelfregulatie gaat over het beheersen van impulsen en emoties, en dat is essentieel voor persoonlijke en sociale effectiviteit." (Eigen vertaling, p. 146). Het benadrukt hoe emotionele beheersing in het onderwijs essentieel is om conflicten te voorkomen en op te lossen.
- James Gross, The Emerging Field of Emotion Regulation: An Integrative Review (1998)
Literatuur:
Gross biedt een kader voor emotieregulatie en introduceert zijn model van procesgerichte emotieregulatie, dat de verschillende stadia beschrijft waarin emoties kunnen worden gereguleerd: van situatieselectie en -modificatie tot aandacht, cognitieve verandering en responsmodulatie.: "Emotieregulatie kan plaatsvinden op verschillende punten in het emotionele proces, van situatieselectie tot responsmodulatie." (Eigen vertaling, p. 275).
Nuttig voor het onderzoek:
Dit model is cruciaal voor het begrijpen van hoe emoties kunnen worden gereguleerd in het klaslokaal, waar zowel leerkrachten als leerlingen actief betrokken zijn bij het proces. Gross benadrukt dat: "De mogelijkheden voor emotieregulatie zijn talrijk en divers, afhankelijk van de context." (Eigen vertaling, p. 280). Het procesmodel van emotie-regulatie is essentieel voor het begrijpen van hoe emoties in het klaslokaal kunnen worden gereguleerd, en hoe zowel leerkrachten als leerlingen daarbij een actieve rol kunnen spelen.
- James Gross, Emotion Regulation: Conceptual Foundations (1998)
Literatuur:
Gross bespreekt het proces van emotieregulatie en de rol ervan in het sturen van gedrag en sociale interacties
Belangrijke sectie: Emotion Regulation Processes: Antecedent- and Response-Focused Regulation (p. 224-229)
Citaat: "One of the most important functions of emotions is that they give rise to action tendencies. Therefore, understanding how emotions are regulated is crucial to understanding behavior." (p. 226)
Nuttig voor het onderzoek: Geeft inzicht in hoe leraren en leerlingen emoties kunnen reguleren om destructief gedrag om te buigen naar constructieve interacties.
- Jonathan Haidt, The emotional dog and its rational tail: A social intuitionist approach to moral judgment. Psychological Review, 108(4), 814–834. (2001)
Literatuur:
In dit artikel stelt Haidt dat morele oordelen primair emotioneel van aard zijn, waarbij de redenatie volgt na de emotie om de initiële emotionele reactie te rechtvaardigen. Hij noemt dit het "social intuitionist model." Het artikel concentreert zich specifiek op hoe mensen morele beslissingen nemen en legt een theoretische basis voor hoe emoties en intuïtie leidend zijn in morele oordelen. Een belangrijk citaat uit het artikel dat deze gedachte goed weergeeft via het citaat: "Moral reasoning is rarely the direct cause of moral judgment. Rather, moral reasoning is usually a post-hoc construction, generated after a judgment has been reached" (Haidt, 2001, p. 818). Haidt legt de link tussen emoties en morele oordelen, wat inzicht biedt in hoe leerlingen hun keuzes maken: "Morele oordelen worden vaak gevormd door intuïtieve emoties in plaats van door rationele overwegingen." (Eigen vertaling, p. 45).
Relevantie voor het Onderzoek:
Het artikel richt zich op psychologische mechanismen en theorieën in de context van moreel gedrag, en vormt een academische bijdrage aan het debat over de rol van emotie versus rationaliteit in moreel denken. Haidt's werk kan worden gebruikt om te illustreren dat conflicten vaak ontstaan uit intuïtieve emotionele reacties en niet door rationele afwegingen, wat inzicht kan bieden in hoe leerlingen hun keuzes maken tijdens conflicten in de klas. Haidt beschrijft ook het fenomeen van moral dumbfounding, waarbij mensen morele oordelen uitspreken zonder een rationele verklaring te kunnen geven. Dit gebeurt omdat hun morele intuïtie al een oordeel heeft gevormd op basis van emoties, en ze moeite hebben om die beslissing rationeel te verantwoorden. Dit is vooral belangrijk in het klaslokaal, waar leerlingen (en zelfs leerkrachten) vaak handelen of reageren op basis van emotionele intuïties zonder goed te begrijpen waarom. Het nieuwe model moet beslist helpen om leerlingen meer bewust te maken van hun primaire emotionele reacties en hen leren deze beter te beheersen.
- Jonathan Haidt, The Righteous Mind: Why Good People Are Divided by Politics and Religion (2012)
Literatuur:
Haidt legt de link tussen emoties en morele oordelen, wat inzicht biedt in hoe leerlingen hun keuzes maken: "Morele oordelen worden vaak gevormd door intuïtieve emoties in plaats van door rationele overwegingen." (Eigen vertaling, p. 45).
Nuttig voor het onderzoek:
Dit benadrukt het belang van emotiebeheersing binnen het nieuw te ontwikkelen model, waarbij de focus ligt op het herkennen en reguleren van deze emoties voordat rationele beslissingen worden genomen. Haidt stelt: "Onze morele intuïties zijn snel en emotioneel, en pas later rationaliseren we onze beslissingen." (Eigen vertaling, p. 56). Dus Haidt bespreekt hoe emoties de basis vormen van morele oordelen, waarbij hij stelt dat de emotie eerst komt en de rationalisatie daarna.
Belangrijke sectie:
Hoofdstuk 1 - Where Does Morality Come From? (p. 28-39)
Citaat: "The emotional tail wags the rational dog. Our moral reasoning is often a post hoc construction, generated after a judgment has been reached." (p. 34) Dit bekrachtigt de noodzaak om eerst emoties te beheersen in plaats van zich te richten op rationele oplossingen (reguleren).
- Ross Greene, Lost at School: Why Our Kids with Behavioral Challenges Are Falling Through the Cracksand how we can help them. (2014)
Literatuur:
Ross Greene stelt dat kinderen die gedragsproblemen vertonen in schoolomgevingen dat doen omdat ze niet de vaardigheden hebben om met hun emoties om te gaan. Greene stelt dat gedragsproblemen voortkomen uit een gebrek aan vaardigheden voor emotieregulatie: "De sleutel tot gedragsverandering is samenwerking met kinderen om hen te helpen de benodigde vaardigheden te ontwikkelen." (Eigen vertaling, p. 28). Zijn benadering, genaamd Collaborative & Proactive Solutions (CPS), gaat ervan uit dat het niet zozeer gaat om disciplinaire maatregelen, maar om samenwerking tussen leerkrachten en leerlingen om oplossingen te vinden voor probleemgedrag. Het CPS-model stelt dat conflicten niet autoritair worden opgelost, maar via een dialoog tussen leerkracht en leerling.
Nuttig voor het onderzoek:
Zijn benadering van Collaborative & Proactive Solutions (CPS) benadrukken dat samenwerking en dialoog essentieel zijn voor emotiebeheersing. Greene zegt: "Door wederzijdse dialoog kunnen we betere oplossingen vinden voor gedragsproblemen." (p. 102). En dat is nodig, want in het belangrijke Hoofdstuk 6 - Solving Problems Collaboratively (p. 159-176) staat immers: "Kids do well if they can. If they can't, we need to figure out what's getting in their way." (p. 164) Hoofdstuk 6 bespreekt specifiek hoe leraren conflictgesprekken kunnen structureren door emoties en behoeftes te identificeren (blz. 123-136).
- Antonio Damasio, Descartes' Error: Emotion, Reason, and the Human Brain (1994)
Literatuur:
Damasio betoogt dat emoties cruciaal zijn voor rationele besluitvorming, een idee dat lijnrecht ingaat tegen de traditionele opvatting van emoties als obstakels voor logisch denken: "Emoties zijn niet slechts obstakels voor rationeel denken, maar zijn fundamenteel voor het maken van verstandige keuzes." (Eigen vertaling, p. 5). Zijn onderzoek naar patiënten met schade aan de prefrontale cortex toont aan dat mensen zonder de mogelijkheid om emoties te voelen ook moeite hebben met het nemen van verstandige beslissingen. In de sectie tussen bladzijden p. 185-192 beschrijft Damasio hoe schade aan de prefrontale cortex invloed heeft op emotiecontrole, wat relevant is voor het begrijpen waarom jongeren met een nog niet volledig ontwikkelde prefrontale cortex moeite hebben met zelfregulatie.
Nuttig voor het onderzoek:
Zijn inzicht in de rol van emoties in besluitvorming ondersteunt het belang van emotieregulatie in onderwijssettings. Damasio merkt op: "Zonder de mogelijkheid om emoties te voelen, kunnen mensen geen effectieve beslissingen nemen." (Eigen vertaling, p. 189). Damasio toont aan dat emoties een cruciale rol spelen in het nemen van beslissingen, zelfs in situaties waarin rationele keuzes lijken te overheersen. Dit onderstreept de noodzaak van emotionele regulatie in conflicthantering.
Belangrijke sectie: Hoofdstuk 8 - The Somatic Marker Hypothesis (p. 173-199) met citaat: "It is emotion that allows decisions to be made when reason is silent. Emotions are not only inevitable; they are necessary for survival." (p. 175)
Relevantie: Beklemtoont dat emoties aan de basis liggen van gedrag, en dat effectieve conflictoplossing moet beginnen met emotionele regulatie. Damasio's inzicht dat emoties cruciaal zijn voor rationele besluitvorming kan helpen verklaren waarom emotieregulatie in het klaslokaal leidt tot betere conflictoplossing en samenwerking.
- Albert Bandura, Social Learning Theory (1977)
Literatuur:
Bandura's sociale leertheorie benadrukt dat mensen leren door observatie: "Leren is een sociaal proces, waarin observatie en imitatie centraal staan." (Eigen vertaling, p. 2).
Hij benadrukt dat leren een sociaal proces is waarbij observatie, imitatie en modellering van gedrag centraal staan. Belangrijk is dat Bandura de rol van zelfregulatie en zelfbewustzijn benadrukt, en dat mensen door interactie met hun omgeving leren hoe ze hun gedrag en emoties kunnen aanpassen.
Nuttig voor het onderzoek:
Deze theorie biedt een basis voor hoe leerlingen emotionele vaardigheden kunnen aanleren door het gedrag van leerkrachten en leeftijdsgenoten te observeren. Bandura stelt: "Zelfregulatie en zelfbewustzijn zijn cruciale elementen van sociaal leren." (p. 12). Bandura's sociaal leren-theorie stelt dat gedrag wordt aangeleerd door observatie en interactie. Zijn werk ondersteunt het idee dat conflicten in een schoolcontext kunnen worden opgelost door het modelleren van constructief gedrag, waarbij leerlingen via verbale emotieregulatie hun eigen emoties leren herkennen en beheersen.
Belangrijke sectie:
Hoofdstuk 4 - Modeling Processes (p. 85-106)
Citaat: "Most human behavior is learned observationally through modeling: from observing others one forms an idea of how new behaviors are performed, and on later occasions this coded information serves as a guide for action." (p. 89)
Relevantie:
Ondersteunt het idee dat leraren een rolmodel zijn voor emotionele beheersing en conflicthantering.
- Marshall Rosenberg, Nonviolent Communication: A Language of Life (2003)
Literatuur:
Rosenberg introduceert het concept
van geweldloze communicatie (NVC), een methode om op een empathische en
constructieve manier te communiceren. NVC richt zich op het herkennen van de
gevoelens en behoeften van jezelf en anderen, en het communiceren zonder
oordelen of beschuldigingen. Dit model helpt om conflicten te voorkomen en op
te lossen door eerst naar de onderliggende emoties te luisteren en te reageren
vanuit medeleven en begrip.
Belangrijke sectie:
Hoofdstuk 4 – Observing Without Evaluating (p. 24-36).
Citaat: "When we combine observation with evaluation, people are apt to hear criticism and resist what we are saying. Instead, we need to focus on what we observe directly, without attaching judgment to it." (p. 25).
Hoofdstuk 5 - Empathy: Connecting with Others (p. 91-105)
Citaat: "We are dangerous when we are not conscious of our response-bility for how we behave, think, and feel." (p. 93)
Relevantie: Het benadrukt het belang van het verwoorden van emoties en het erkennen van wederzijdse gevoelens om conflicten op te lossen.
Nuttig voor het onderzoek:
Rosenberg's benadering van conflictbeheersing sluit aan bij het nieuw te ontwikkelen model doordat beide methoden eerst reageren op emoties voordat er inhoudelijke discussies plaatsvinden. NVC legt de nadruk op empathie en het voorkomen van escalatie door de gevoelens en behoeften van de ander te erkennen. Net als bij het nieuwe model moet worden onderstreept is dat er ruimte wordt gecreëerd voor reflectie en emotieregulatie na de eerste emotionele reacties. Rosenberg's nadruk op het vermijden van evaluaties en oordelen helpt leraren om conflicten te de-escaleren in de klas.
- Daniel Kahneman, Thinking, Fast and Slow (2011)[2]
Literatuur:
Kahneman introduceert in dit baanbrekende werk twee systemen van denken die mensen gebruiken om beslissingen te nemen en informatie te verwerken:
Systeem 1: Snel denken
Dit systeem is automatisch, intuïtief, en snel. Het opereert onbewust, zonder bewuste controle, en is gebaseerd op instincten en ervaringen. Het wordt vaak gebruikt in situaties waarin snelle beslissingen nodig zijn, zoals bij het ontwijken van gevaar. Systeem 1 is nuttig voor eenvoudige taken of situaties waarin we al vertrouwd zijn met de omstandigheden. Echter, omdat het gebaseerd is op intuïtie en vooroordelen, kan het ook tot fouten leiden wanneer situaties complex of ongewoon zijn.
Voorbeelden: Het herkennen van emoties bij anderen, het reageren op plotseling gevaar, eenvoudige sommen (zoals 2+2), of het rijden van een vertrouwde route.
Systeem 2: Langzaam denken
Dit systeem is trager, bewuster, en analytisch. Het wordt ingezet voor complexe problemen of nieuwe situaties die meer aandacht en focus vereisen.
Systeem 2 is verantwoordelijk voor diep nadenken, logische redenering en probleemoplossing. Het vergt meer cognitieve inspanning en wordt minder vaak automatisch geactiveerd. Het helpt ons om weloverwogen beslissingen te nemen, maar kan tijdrovend en cognitief vermoeiend zijn.
Voorbeelden:
Het oplossen van een complexe wiskundige vergelijking, het afwegen van voor- en nadelen bij belangrijke beslissingen, het leren van een nieuwe taal, of het schrijven van een essay Kahneman betoogt dat we vaak vertrouwen op Systeem 1 voor dagelijkse situaties, maar dat deze snelle beslissingen niet altijd effectief zijn in het omgaan met meer gecompliceerde of emotioneel geladen kwesties, zoals conflicthantering.
Hij stelt: "Our minds operate in two modes: the fast, intuitive mode, which is effortless, and the slow, deliberative mode, which requires effort." (p. 89).
Belangrijke sectie:
Part 1: Two Systems (p. 19-105)
Citaat: "The main function of System 1 is to maintain a model of your personal world that represents what is normal in it. In contrast, System 2 monitors things that require conscious attention, and makes decisions based on rational thinking." (p. 24) Dit hoofdstuk legt de basis voor het begrip van automatische en reflexmatige reacties, zoals emotionele escalaties in conflictsituaties. De interactie tussen de twee systemen verklaart hoe snelle, emotionele reacties (Systeem 1) vaak domineren, vooral onder stress, en hoe Systeem 2 pas later in het proces betrokken wordt voor reflectie en bewuste regulatie.
Nuttig voor het onderzoek:
Kahneman's onderscheid tussen Systeem 1 en Systeem 2 biedt een waardevol theoretisch kader voor het nieuw te ontwikkelen model (het Instinctief Kompas). Deze moet juist werken op het punt van de interactie tussen deze twee systemen: tijdens de fase van emotiebeheersing wordt 'chronologisch' ingespeeld op Systeem 1. Daarna, in de fase van emotieregulatie, wordt Systeem 2 geactiveerd, waar ruimte is voor reflectie en het verwerken van de emoties. Het proces van het onderbreken van een Systeem 1-reactie is cruciaal om escalatie in de klas te voorkomen. Kahneman stelt: "System 2 can control impulses of System 1, but this requires effort and is not always deployed, especially under pressure." (p. 42) Dit sluit aan bij het nieuw te ontwikkelen model, waarbij er een bewuste interventie nodig moet zijn om instinctieve emotionele reacties te beheersen en ruimte te maken voor reflectie op een later moment.
- Paul Ekman, Emotions Revealed: Recognizing Faces and Feelings to Improve Communication and Emotional Life (2003)[3]
Literatuur:
Paul Ekman is een vooraanstaand
psycholoog die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar gezichtsuitdrukkingen en
emotieherkenning. Hij stelt dat emoties universeel zijn en zich uiten in
gezichtsuitdrukkingen, ongeacht cultuur. Zijn werk benadrukt het belang van het
herkennen en benoemen van emoties om beter met ze om te gaan. Ekman's theorieën ondersteunen het idee
dat bewustzijn en herkenning van emoties essentieel zijn voor effectieve
emotiebeheersing en -regulatie.
Belangrijke sectie:
Hoofdstuk 1 – Why Emotions Matter (p. 15-34).
Citaat: "Emotions can occur without our awareness, and recognizing the emotion as it begins to occur can give us the opportunity to manage it more effectively." (p. 30).
Nuttig voor het onderzoek:
Ekman's onderzoek sluit goed aan bij het nieuw te ontwikkelen model, dat leerlingen bewust maakt van hun emotionele drijfveren en gedragingen. Het visuele aspect van emoties, zoals door Ekman beschreven, kan ook een rol spelen in de visualisatie die het kompas biedt, waarmee leerlingen geholpen worden hun emotionele reacties sneller te herkennen en te beheersen, wat een cruciaal onderdeel is van het emotiebeheersingsproces.
- Peter Salovey & John D. Mayer – Emotional Intelligence (1990)[4]
Literatuur:
Salovey en Mayer introduceerden het
concept van emotionele intelligentie (EI) voordat Goleman het populair maakte.
Zij definiëren EI als de capaciteit om emoties te begrijpen, te verwerken en te
reguleren, zowel bij jezelf als bij anderen.
Hun model van emotionele intelligentie bevat vier componenten: emotioneel bewustzijn, emotionele aanpassing, emotioneel gebruik en emotionele regulatie. Dit theoretische kader helpt bij het opbouwen van een begrip van hoe leerlingen emoties kunnen beheersen en reguleren in sociale contexten zoals de klas.
Belangrijke sectie:
Hoofdstuk – Emotional Intelligence (p. 185-211).
Citaat: "Emotional intelligence involves the ability to perceive accurately, appraise, and ex-press emotion; the ability to access and/or generate feelings when they facilitate thought; and the ability to regulate emotions to promote emotional and intellectual growth." (p. 189).
Nuttig voor het onderzoek:
Salovey en Mayer's model van emotionele intelligentie biedt een diepere theoretische basis voor het onderscheid tussen emotiebeheersing en emotieregulatie in het nieuw te ontwikkelen model. Hun onderscheid tussen emotioneel bewustzijn en regulatie is als cruciaal op te merken voor het nieuw te ontwikkelen model, dat moet werken met een eerste fase van beheersing en een latere fase van regulatie.
Annotaties:
[1] Elk werk biedt unieke perspectieven op emotie, moreel oordeel, sociaal leren en conflictoplossing, wat wetenschappelijk kan bijdragen aan een nieuw te ontwikkelen model om anders conflicten te hanteren.
[2] Kahneman, D. (2011). 2Thinking, fast and slow. Farrar, Straus and Giroux.
[3] Ekman, P. (2003). Emotions revealed: Recognizing faces and feelings to improve communication and emotional life. Times Books.
[4] Salovey, P., & Mayer, J. D. (1990). Emotional intelligence. Imagination, Cognition, and Personality, 9(3), 185-211.