Bouw van het Kompas [Extract]


Twee Halfronden


ONVEILIG: 

Een toestand of reactie waarin emoties, drijfveren, en gedragingen leiden tot escalatie, instabiliteit of destructieve interacties, of voor jezelf of voor de omgeving.

VEILIG: 

Een toestand of reactie waarin emoties, drijfveren, en gedragingen bijdragen aan constructieve interacties, stabiliteit en harmonie, of voor jezelf of voor de omgeving.


Vier Assen


AFHANKELIJK: 

Een toestand waarin je steun, hulp of zekerheid zoekt bij anderen, vaak gedreven door noden of verlangens.

MACHT: 

Een toestand waarin je controle of invloed wilt uitoefenen, vaak vanuit een verlangen naar (of nood aan) zekerheid, dominantie of erkenning.

ENKELING: 

Een focus op je eigen noden of verlangens, waarbij persoonlijke doelen en autonomie centraal staan.

SYMBIOSE: 

Een focus op samenwerking en harmonie met anderen, waarbij elkaars verlangens, elkaars noden, relationele continuïteit, gemeenschappelijke harmonie of een gehechte samenhorigheid vooropstaan.


Vier Urgenten


VLUCHTEN: 

Het instinct om een bedreigende of onaangename situatie te vermijden of te ontvluchten. Dit uit zich in het terugtrekken, passiviteit of vermijden van de confrontatie.

VECHTEN: 

Het felste instinct om een dreiging te kortwieken door het gebruik van agressie of confrontatie – fysiek of verbaal – gericht op het behoud van iets dat je controleert, bezit, nastreeft of zelfs elke actie vanuit een overtuiging die geweld toelaat.

VRIJEN: 

Het instinct om verbinding, acceptatie en samenwerking na te streven. Goede harmonie, wederkerigheid en verbondenheid staan centraal, vaak door aanpassing aan de ander.

VRETEN: 

Het instinct om meer middelen of zekerheden te verzamelen. Dit kan betrekking hebben op zowel materiële zaken als op andere, waarbij de focus ligt op het verzekeren van overleving, stabiliteit of groei.


Acht Gedragingen


OPGEVEN:

Opgeven staat voor het ontmoedigend gevoel van verlies van controle of effect. De essentie is een mentaal capituleren, waarbij men het idee loslaat om actief of enige invloed uit te oefenen op de situatie.

AFWIJZEN:

Afwijzen uit zich door het bewust afschermen van zichzelf door anderen op afstand te houden. Dit vanuit een mentale afscheiding of isolatie door gevoel van reële onveiligheid met eventueel ook wantrouwen.

AANVALLEN:

Aanvallen staat voor het gedrag om je controle te herstellen of te domineren in een situatie. Het is de mentale reactie waarbij men agressief of confronterend optreedt, gedreven door angst voor het verlies van iets dat je dierbaar is of vanuit de angst niet te hebben wat je verlangt of wil hebben.

VERDEDIGEN:

Verdedigen is weerstand bieden tegen een dreigend gevaar of iets wat je ontnomen kan worden waarbij geprobeerd wordt de macht of positie te behouden vanuit angst om afhankelijk te worden en om de situatie niet te kunnen veranderen of domineren.

JAGEN:

Jagen staat voor het proactief najagen van meer kansen of goede doelen. In veilige machtscontext betekent dit vooral strategisch en doelgericht handelen om iets dat waardevol is na te jagen en bemachtigen of vermeerderen.

VERLEIDEN:

Dit betreft het mentaal verleiden door dialoog en empathie, door vertrouwen zonder manipulatie of geweld. Verleiden verwijst altijd naar anderen aantrekken of inspireren om mee te doen, samen te werken of te verenigen voor een bepaald doel. 

VEROVEREN:

Veroveren betekent het behalen van succes of het bereiken van een gewenste situatie na doelbewuste inspanning zonder de intentie om anderen te overheersen of benadelen, hoewel dat vaak gebeurt. 

VERZAMELEN:

Verzamelen vindt grond in het kenmerkende gedrag dat het bijeenbrengen van genot, middelen, steun of kennis typeert. Het draait om elk oppotten, bijeenrapen of samenbrengen vanuit wensen zonder gevolgen die negatief belasten. Dat kunnen stoffelijke dingen zijn, maar evengoed gedachten of gevoelens.


Acht Drijfveren


SCHAAMTE:

Schaamte ontstaat wanneer iemand zich afgekeurd voelt. Schaamte verraadt het gevoel van kwetsbaarheid als iemand zich te afhankelijk voelt van anderen, zonder autonomie of controle over zijn eigen situatie. 

SCHRIK:

Schrik is een intense angst die wordt ervaren wanneer iemand geconfronteerd wordt met een plotse bedreiging of gevaar.

GEWIN:

Gewin verwijst naar verwerven van voordeel, nut of winst. Vanuit de positie van macht wordt gewin gedreven door de behoefte om te domineren en middelen of invloed te hebben om persoonlijke doelen te bereiken, vaak vanuit een positie van onzekerheid of competitie. 

STATUS:

Status is het streven naar erkenning, prestige of een hogere sociale positie. Het nastreven van status wordt vaak gemotiveerd door onzekerheid en de behoefte om zich te onderscheiden van anderen en daarvoor de nodige macht of invloed uit te oefenen.

BEHOEFTE:

Een behoefte is het verlangen om fysieke, emotionele of psychologische noden te vervullen. In veilige context wordt erop vertrouwd dat deze worden vervuld, zonder schrik of schaamte.

BEVESTIGING:

Bevestiging is de emotie die voortkomt uit erkenning en validatie door anderen. Bij veilige machtspositie betekent bevestiging dat iemands invloed of bijdrage wordt erkend zonder te domineren. 

BEVREDIGING:

Bevrediging is dat gevoel van voldaan zijn dat voortkomt uit het vervuld zijn van behoeften. Bij symbiose worden emotionele en psychologische behoeften vervuld in harmonie, zonder competitie of controle. 

BELANG:

Belang verwijst naar de belangrijkheid of gewicht van het nagestreefde. Bij symbiose is er continu oog voor het welzijn van de ander en voor een evenwicht waarbij de belangen van elke partij evenveel gewicht krijgen.